coronacrisis – Blog en Financiele Tips https://www.topcompare.be/nl/blog TopCompare.be Thu, 18 Jul 2024 09:06:44 +0200 nl-BE hourly 1 https://wordpress.org/?v=5.3.18 Banker Talk #14: Beterschap in zicht? “We verwachten dat de prijsstijgingen in de loop van 2022 zullen matigen.” (Geert Langenus, macro-econoom bij de Nationale Bank van België) https://www.topcompare.be/nl/blog/banker-talk-14-beterschap-in-zicht-we-verwachten-dat-de-prijsstijgingen-in-de-loop-van-2022-zullen-matigen-geert-langenus-macro-econoom-bij-de-nationale-bank-van-belgie Mon, 27 Dec 2021 12:49:35 +0000 2024-07-18T09:06:44 https://www.topcompare.be/nl/blog/?p=8887 Tijdens de jaarwisseling blikken we in een interview met Geert Langenus, macro-econoom bij de Nationale Bank van België (NBB), terug op de economie in 2021 en durven we ook al vluchtig in de toekomst te kijken. Hoe hebben de aanhoudende coronacrisis en de stijgende inflatie […]

The post Banker Talk #14: Beterschap in zicht? “We verwachten dat de prijsstijgingen in de loop van 2022 zullen matigen.” (Geert Langenus, macro-econoom bij de Nationale Bank van België) appeared first on Blog en Financiele Tips.

]]>

Tijdens de jaarwisseling blikken we in een interview met Geert Langenus, macro-econoom bij de Nationale Bank van België (NBB), terug op de economie in 2021 en durven we ook al vluchtig in de toekomst te kijken. Hoe hebben de aanhoudende coronacrisis en de stijgende inflatie een impact gehad op de economie en onze persoonlijke financiën? En wat zijn de verwachtingen van de toezichthouder voor 2022? 

2021, de Belgische economie herstelt zich snel

Hoe kan je een jaar als 2021 samenvatten in economische gebeurtenissen? Er is veel gebeurd. Heel veel. Toch was het ook niet zo heel anders dan andere jaren, want ook dit jaar was een jaar van economische ups and downs. Aan de positieve zijde kunnen we zeker de stijging van de werkgelegenheid, het gemiddeld hoge consumentenvertrouwen en het vrij hoge ondernemersvertrouwen zetten. Natuurlijk blijven we ons ook de hoge energieprijzen en dus de zeer hoge inflatie, de problemen in de toeleveringsketen en de aanhoudende coronacrisis herinneren. 

Hoewel we misschien vaker geneigd zijn om aan de laagtes terug te denken, blikt Geert Langenus, macro-econoom bij de Nationale Bank van België, eerder positief terug op 2021. “Wat mij vooral is bijgebleven, is hoe veerkrachtig de Belgische economie is geweest na het dieptepunt van de coronacrisis. Bedrijven zijn blijven investeren en de arbeidsmarkt heeft zich hersteld met veel nieuwe vacatures. Vanaf het derde kwartaal van 2021 zat de groei al opnieuw (lichtjes) boven het pre-coronaniveau. De Belgische economie heeft de coronacrisis zo op vrij korte tijd verteerd, mede dankzij de steunmaatregelen van de overheid voor de huishoudens en de bedrijven, en het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB).”

Hij maakt daarbij de vergelijking met de financiële crisis van intussen al ruim een decennium geleden. “De initiële economische schok van de COVID-19-crisis was eigenlijk groter dan die van de financiële crisis van 2007-2008. De klap is zowat drie keer groter en toch zijn we deze crisis zoveel sneller te boven gekomen”, stelt Langenus. 

Coronacrisis had voor meerderheid huishoudens beperkte impact op persoonlijke financiën

Geert Langenus

Tijdens de coronacrisis heeft de regering verschillende steunmaatregelen genomen om de inkomens van de Belgische huishoudens te beschermen. Denk bijvoorbeeld aan de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid voor werknemers, de overbruggingsrechten voor zelfstandigen en de hinderpremies, aangevuld met allerlei tegemoetkomingen en vormen van uitstel van betaling van belastingen en sociale bijdragen. Vooral daardoor is de impact op de persoonlijke financiën van mensen in feite zeer miniem gebleven.

“Voor de meerderheid van de mensen heeft de coronacrisis weinig tot geen impact gehad op hun financiële situatie. De Belgen hebben gemiddeld zelfs niet aan koopkracht moeten inboeten. Integendeel, de koopkracht is er eigenlijk op vooruit gegaan. De meeste huishoudens hebben meer kunnen sparen en hadden een groter besteedbaar inkomen door de maatregelen die de overheid heeft genomen”, verklaart Langenus. Volgens hem was de sociale impact veel groter, omdat we onder andere meer moesten thuiswerken, minder konden reizen en niet meer konden deelnemen aan culturele activiteiten. 

Al voelen sommige gezinnen wél een impact door de asymmetrie van de crisis

Hoewel voor de meeste Belgische gezinnen de financiële impact dus beperkt bleef, maakt de econoom toch een belangrijk kanttekening over “het asymmetrisch patroon van de schok van de COVID-19-crisis”, daarmee verwijzend naar een recente publicatie van de NBB. Daarin wordt aangekaart hoe in deze huidige crisis de dienstensector zwaarder is getroffen dan de verwerkende industrie, terwijl die laatste normaal gevoeliger is voor economische schommelingen. Dat is natuurlijk niet geheel onlogisch, aangezien een job in de dienstensector gepaard gaat met nauwere contacten tussen mensen; iets wat streng afgeraden of zelfs verboden is tijdens deze pandemie. Het feit dat de dienstensector nu zwaarder is getroffen, onderscheidt de coronacrisis van andere economische crisissen. 

Daarnaast zijn ook bepaalde groepen zwaarder getroffen worden dan andere. “De meerderheid van de huishoudens heeft weinig impact gevoeld, maar anderen – vooral diegene met een klein besteedbaar inkomen – hebben natuurlijk wel een impact gevoeld. Zij die werken in sectoren als de horeca of kleinhandel bijvoorbeeld werden relatief meer geconfronteerd met tijdelijke werkloosheid, banenverlies of inkomensverlies. Voor die huishoudens was de financiële impact dus wel voelbaar.”

En dan is er ook nog de hoge inflatie 

Naast de COVID-19-crisis is de huidige torenhoge inflatie waarschijnlijk de meest besproken economische gebeurtenis van 2021. De inflatie klopte in november af op 5,64%, wat het hoogste niveau sinds juli 2008 is. Toen bedroeg de inflatie 5,90%. Dit is vooral toe te schrijven aan de sterk gestegen gasprijzen (die ook de elektriciteitsprijzen opstuwen). Langenus noemt dit “een groot verlies voor de Belgische economie”. 

“Gelukkig voor de gezinnen zit de prijsindexatie voor gas en elektriciteit in de berekening van de gezondheidsindex. Voor het grootste deel worden de prijsstijgingen dus opgevangen door de bedrijven, die een hoger loon aan hun personeel uitkeren, en door de overheid, die b.v. hogere pensioenen en hogere werkloosheidsuitkeringen moeten betalen. De indexering werkt natuurlijk wel met een vertraagd effect waardoor de bevolking pas na enige tijd een hoger inkomen zal krijgen”, legt Langenus uit. 

Opnieuw ziet hij het grootste probleem voor de gezinnen met weinig financiële reserve. “Zij zullen waarschijnlijk niet genoeg gecompenseerd worden, want de gezondheidsindex wordt berekend aan de hand van een gemiddeld gezin. De meest kwetsbare huishoudens moeten vaak echter een groter deel van hun beschikbaar inkomen besteden aan basisbehoeften, zoals energie, waardoor de index-compensatie voor hen eigenlijk niet groot genoeg is.”

Goed om te weten!

Enkele financiële termen verklaard:
Inflatie = algemene prijsstijging van goederen en diensten. 
Consumptieprijsindex = geeft de prijsevolutie van goederen en diensten weer die gemiddelde gezinnen consumeren.
Gezondheidsindex = wordt berekend aan de hand van de consumptieprijsindex, maar houdt geen rekening met alcoholische dranken, tabaksproducten, diesel en benzine. Deze index is de basis voor de indexeringssytemen (lonen, uitkeringen, huurprijzen, enz.).

Een blik op de nabije toekomst

De NBB verwacht dat de prijsstijgingen in de loop van 2022 zullen matigen en kijken voor de energieprijzen naar de prijszettingen op de futuresmarkt (futures zijn contracten waarbij op voorhand een prijs wordt afgesproken voor een aankoop in de toekomst). Al biedt dat geen garantie: “Zo hadden we op basis van de futures niet kunnen voorspellen dat de gasprijzen zo sterk gingen stijgen dit najaar. Toch verwachten we dat de hoge inflatie tijdelijk is en in de loop van volgend jaar terugkeert naar het gewone peil. Op dit moment wordt de hoge inflatie aangedreven door de toegenomen energieprijzen en de problemen met de toeleveringsketens. Wij gaan ervan uit dat die problemen in de loop van volgend jaar verdwijnen. Het zou overigens zeer frappant zijn dat de energieprijzen dan met hetzelfde niveau stijgen als dit jaar. Dat betekent dat ze volgend jaar nog een aantal keer duurder zouden zijn dan vandaag. Dat zou pas een probleem zijn, niet alleen voor de inflatie, maar voor de hele economie.”

Al zullen de komende maanden wel onzeker zijn, onder meer door de Omikronvariant. “Er zal nog steeds economische groei zijn, maar we verwachten wel een vertraging tot de lente van 2022. We denken echter niet dat we opnieuw onder het niveau van voor de coronacrisis gaan duiken, zelfs wanneer de overheid nog strengere gezondheidsmaatregelen oplegt. Bedrijven en werknemers hebben zich intussen kunnen aanpassen aan de ‘nieuwe coronasituatie’. We gaan dus geen herhaling zien van de lente van 2020, de start van de coronacrisis, toen heel grote segmenten van de economie gewoon volledig stillagen.”

Duurdere leningen voor mensen met beperkte financiële kennis

Naast de coronapandemie en de inflatie was er ook nog tijd om het even te hebben over enkele financiële producten. In november 2021 publiceerde de NBB namelijk een rapport met enkele opvallende bevindingen. Zo zouden huishoudens met een lager netto-inkomen vaker een hogere rente op consumentenkredieten betalen dan meer welgestelde gezinnen. Daarnaast zouden ook consumenten met een beperkte financiële kennis duurdere leningen aangeboden krijgen met vaker te hoge schulden als gevolg. 

Langenus bevestigt dat en wijst op het belang van onderwijs: “Dat blijkt inderdaad uit een recente NBB-studie. We kunnen wel niet zomaar stellen dat banken bewust hogere tarieven opleggen aan deze mensen. Het toont wel het belang van een goede financiële kennis aan en dat er, op dat vlak, nog veel ruimte is om die te verbeteren. Mensen sluiten trouwens soms een krediet af om lopende uitgaven te dekken of andere leningen af te lossen, maar daar betaal je vaak hoge rentes op. Soms doen ze dat zonder dat ze kennis hebben over de risico’s van dergelijke producten, zonder dat ze alle voorwaarden kennen of zonder kennis van de financiële basisbegrippen zoals het JKP (jaarlijks kostenpercentage, een percentage dat alle kosten van een krediet omvat inclusief de rentevoet).”

“Het is nochtans belangrijk dat kredietnemers goed beseffen welke kosten en verplichtingen er allemaal gepaard gaan met het afsluiten van een krediet. Het is belangrijk dat mensen financiële producten vergelijken met vergelijkbare factoren, zoals het JKP. Er is dus zeker een rol weggelegd voor vergelijkingssites, zoals TopCompare, om mensen te informeren. Ook banken moeten transparant en voorzichtig zijn in hun kredietverlening. Daarvoor krijgen ze duidelijke richtlijnen van de NBB, bijvoorbeeld dat ze de loan-to-value ratio niet te hoog mogen zetten.” De boodschap die we moeten brengen volgens Langenus? “Mensen moeten goed nadenken vooraleer ze gaan lenen.”  

Nuance van verplichte schatting bij het afsluiten van een woonkrediet

En dan was er enkele maanden geleden ook nog groot nieuws in de vastgoedsector: banken moeten vanaf 2022 vastgoed laten schatten vooraleer ze een hypothecaire lening toekennen. Het te lenen bedrag zou immers worden berekend op de geschatte waarde van de woning. Langenus nuanceert deze uitspraak: “Hier bestaat eigenlijk een misverstand over. Deze regel bestond altijd al. Het is altijd al de bedoeling geweest dat banken niet te veel lenen in vergelijking met de geschatte waarde van het onroerend goed. We willen met deze regel het risico voor de banken en de kredietnemers verkleinen.”

Vaak zullen kopers dan ook geen schatter in de arm moeten nemen. “De banken kunnen ook een statistisch model gebruiken. Ik verwacht dat ze dat in de meeste gevallen ook zullen doen. Een plaatsbezoek is enkel nodig als bijvoorbeeld de waarde van het pand met onvoldoende zekerheid kan worden bepaald, de database onvoldoende panden met gelijkaardige karakteristieken bevat of er bij het pand specifieke eigenschappen in acht moeten genomen worden. In veel gevallen zal echter het statistisch model worden gevolgd en zullen er geen extra kosten zijn voor de kopers.”

In theorie mogen banken maximaal 90% van het aankoopbedrag lenen aan mensen die een eerste woning kopen en 80% van het aankoopbedrag aan mensen die een tweede woning of vastgoedinvestering kopen. Wel legt de econoom nog een bijzondere uitzondering voor jongeren uit: “De loan-to-value ratio mag niet te hoog zijn, maar banken mogen een uitzondering maken voor first-time buyers. Het is immers niet de bedoeling dat jongeren geen eigen woning meer kunnen kopen.”

The post Banker Talk #14: Beterschap in zicht? “We verwachten dat de prijsstijgingen in de loop van 2022 zullen matigen.” (Geert Langenus, macro-econoom bij de Nationale Bank van België) appeared first on Blog en Financiele Tips.

]]>
Expert aan het woord: Impact coronacrisis op financiën en geld (Gertjan Verdickt) https://www.topcompare.be/nl/blog/expert-aan-het-woord-impact-coronacrisis-op-financien-en-geld-gertjan-verdickt Mon, 14 Jun 2021 08:31:49 +0000 2024-07-18T09:06:44 https://www.topcompare.be/nl/blog/?p=8332 Gertjan Verdickt, Assistant Professor of Finance aan KU Leuven, maakte tijdens het doceren even tijd voor een interview met TopCompare. Hij geeft zijn visie over de impact van de coronapandemie op de financiën van mensen en de economie. “Er is een wijziging in het koopgedrag […]

The post Expert aan het woord: Impact coronacrisis op financiën en geld (Gertjan Verdickt) appeared first on Blog en Financiele Tips.

]]>
Impact coronacrisis op financiën

Gertjan Verdickt, Assistant Professor of Finance aan KU Leuven, maakte tijdens het doceren even tijd voor een interview met TopCompare. Hij geeft zijn visie over de impact van de coronapandemie op de financiën van mensen en de economie. “Er is een wijziging in het koopgedrag van consumenten en ook op de beurs is het niet altijd rozengeur en maneschijn.”

In de media verschenen de afgelopen maanden geregeld krantenkoppen dat de impact van de coronapandemie op de economie en op de consumenten groot is. Maar hoe groot is die impact nu echt? Op welke vlakken heeft zich dat geuit? 

Gertjan Verdickt: “Ik zie de impact van de coronapandemie zich voornamelijk op drie vlakken uiten. Eerst en vooral het krimpen van de economie, maar vooral de daarbij horende faillissementen. Er zijn heel veel landen die enorm afhangen van bijvoorbeeld toerisme. De Malediven bijvoorbeeld kennen een daling van hun bbp van 32%, Fiji 19% en Australië 2,4%. De Belgische economie kromp vorig jaar met meer dan 6%. Op zich is dat enorm en zeker niet te onderschatten. Dat de economie krimpt is op zich niet erg, maar het grootste probleem is volgens mij de faillissementen die de komende maanden gaan gebeuren. Vorig jaar zijn er relatief weinig bedrijven failliet gegaan, maar dat komt voornamelijk door heel veel overheidssteun. Een bijkomend probleem is dan: hoe snel gaan consumenten terug consumeren? Ik denk bijvoorbeeld aan Kinepolis. Sinds vorige week mogen we terug naar de cinema gaan, maar in welke maten gaan mensen in grote groepen naar een film gaan kijken? Ik weet niet hoeveel mensen daarop zitten te wachten. Ondanks het feit dat het consumentenvertrouwen momenteel hoog is, denk ik dat de naschok nog gaat komen. Want veel bedrijven worden nu ondersteund door de overheid, maar wat gebeurt er als die overheidssteun wegvalt?”

“Ten tweede ook leverage, dus hoeveel van je totaal vermogen je gaat lenen. Momenteel zien we dat de leverage van bedrijven op een hoog niveau zit. Hoger dan in de periode voor de pandemie, maar zeker ook hoger dan daarvoor. Zeker vorig jaar zijn er heel veel langetermijnschulden aangegaan. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, maar waar zorgen langetermijnschulden voor? Dat je elke maand of elke periode een interest moet betalen en op het einde van de rit moet je die schuld terug aflossen als het gaat over obligaties. Dat zorgt ervoor dat je minder financiële flexibiliteit hebt. Dat is bij aandelen veel minder, want als het even niet goed gaat met het bedrijf, betaalt het even geen dividend uit of zakt het aandeel in waarde. Dat is tijdelijk erg voor mensen, maar ook geen ramp. Als je geen interest kan betalen op obligaties of je kan de obligaties niet terugbetalen, is dat wel een groter probleem. Dus het feit dat die leverage zo hoog staat, dat er heel veel langetermijnschulden worden uitgegeven, is ook wel een probleem.”

“Ten derde we zien dat vandaag aandelenkoersen op een vrij hoog niveau staan. Dat wilt ook zeggen dat de waarde van de onderpanden voor huishoudens op een hoog niveau staat. Als aandelen naar beneden gaan, kan dit ook zorgen voor serieuze negatieve spiraal voor consumenten en huishoudens. Hoewel de situatie momenteel rooskleurig lijkt, vind ik dat er wel veel zaken zijn die toch voor problemen kunnen zorgen waar we momenteel niet echt bij stilstaan.”

“Wat mij zeker ook zorgen baat: een crisis staat nooit alleen. Crisissen komen eigenlijk wel vaak voor. De bankencrisis van 2008 is nog niet zo lang geleden, de eurocrisis van 2010 ook niet. In 2008 zijn we vrij diep in onze buidel moeten gaan tasten om ervoor te zorgen dat bepaalde banken en bedrijven er terug bovenop kwamen. Vandaag moeten we dat ook doen. Je kan dat natuurlijk niet blijven doen met een overheidsschuld die maar blijft stijgen. De overheidssteun tijdens de coronapandemie was zeker nodig, maar de komende maanden en jaren gaat er wel een aanpassing moeten gebeuren vanuit de overheid en de manier waarop zij haar portefeuille beheert. We kunnen niet blijven in het rood gaan zonder dat het gevolgen heeft. Iemand zal dit uiteindelijk moeten betalen, zij het rechtstreeks, zij het door minder pensioen of hogere belastingen. In België zijn we de problemen voor ons uit aan het schuiven en dat kunnen we niet blijven doen. Zeker niet als je weet dat er om de zoveel jaar zich wel een probleem of crisis voordoet. Ik denk dat we te weinig gewapend zijn tegen het volgende probleem, wat dat ook mag zijn.”

Gertjan Verdickt
Gertjan Verdickt: “Het verloop van de Spaanse griep is eigenlijk vrij gelijkaardig aan dat van de coronapandemie. Ook toen gingen mensen hun koopgedrag uitstellen en dat bleef toch één of twee tot drie jaar erna nog zichtbaar. Erna keren mensen eerder terug naar hun oude gewoonten.”

Is er een gedragsverandering in hoe mensen/consumenten omgaan met hun geld? 

“Ik denk aan twee specifieke zaken. Enerzijds heb je de consument als persoon. Er is een studie die aantoont dat zeker 20% van ons gedrag echt gaat aangepast zijn, zeker in de zin van waar we gaan werken. 20% van ons werk zal thuis plaatsvinden. Daar zijn veel redenen voor: het is vlotter dan verwacht, bedrijven hebben stappen ondernomen, het stigma er rond is weg, er is veel technologische innovatie geweest, .. Anderzijds is er nog altijd een vrees om besmet te worden, zeker als we in grote groepen komen. Dat zorgt voor een bepaald gedrag bij consumenten. Als we kijken naar geld: heel veel mensen zijn wel geld kwijt. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld was er in mei 2020 een gemiddeld verlies aan inkomen van 5.300 dollar. Het gemiddeld verlies van vermogen was meer dan 33.000 dollar. De sectoren die het hardst getroffen zijn, zijn zoals verwacht retail, restaurants, entertainment en reizen. Ook als we meer gaan thuiswerken, gaat er een grotere shift zijn naar zaken die thuiswerken meer bevorderen. Misschien gaan we minder geld uitgeven aan onze auto omdat we hem minder gebruiken. We zien ook dat het gemiddeld huishouden veel minder snel aandelenfondsen gaat kopen. De economische onzekerheid leidt echt wel tot een significante daling van het aantal gekochte aandelenfondsen. Enerzijds is er dus een wijziging in gedrag op het gebied van wat we gaan kopen en anderzijds is het ook op de beurs niet altijd rozengeur en maneschijn.”

Gaat de gezondheidscrisis een blijvende impact hebben op hoe mensen omgaan met hun geld en financiën?

“Zoals ik al zei, wordt er minder uitgegeven aan retail, restaurants, entertainment en reizen. Ik denk dat dit iets is wat zeker gaat blijven of dat het op een andere manier ingevuld gaat worden. Dat is ook uit veel surveys gebleken. Takeaway is enorm aangeslagen, dus er wordt op een andere manier naar restaurants gekeken. Collect&Go van Colruyt bijvoorbeeld is ook heel populair. Bedrijven die zo’n service nog niet aanboden voor de crisis, bieden die vandaag wel allemaal aan. Dat zorgt er natuurlijk ook voor dat er veel minder wordt uitgegeven. Als je naar de winkel gaat voor groenten en fruit en je ziet daar een lekker stuk fruit dan pak je dat als extraatje mee. Online ga je veel berekender kopen, waardoor er minder wordt uitgegeven dan we normaal zouden doen. Op die manier is er ook wel een gedragsverandering zichtbaar. Toch blijft het consumentenvertrouwen relatief hoog dus er wordt wel uitgegeven. Dat lees je ook wel in onderzoeken en surveys dat heel veel mensen het geld hebben en willen uitgeven, maar nog wachten tot wanneer er heel veel maatregelen worden opgeheven.”

Denk je dat die effecten iets op lange termijn zijn of eerder iets op korte termijn na de crisis? 

“Daar heb ik zelf minder zicht op, maar als we bijvoorbeeld kijken naar wat er een eeuw geleden is gebeurd, speelt dat wel nog mee. Het verloop van de Spaanse griep is eigenlijk vrij gelijkaardig aan dat van de coronapandemie. Tijdens de Spaanse griep is er een relatief beperkte eerste golf geweest midden 1918, een hele grote tweede golf eind 1919 en dan lokaal nog enkele golven in 1920. Als je beide pandemieën naast elkaar legt, zijn de gelijkenissen opmerkelijk. Ook toen gingen mensen hun koopgedrag uitstellen en dat bleef toch één of twee tot drie jaar erna nog zichtbaar. Erna keren mensen eerder terug naar hun oude gewoonten. Gaat dat hier nu ook zo zijn? Dat weet ik niet, maar de ingrediënten voor een gelijkaardig verloop zijn vandaag ook wel zichtbaar.”

Je hebt al onderzoek gedaan naar het effect van de Spaanse griep op de prijsstelling van levensverzekeringen. Herken je nog andere bevindingen uit dat onderzoek in de huidige context? 

“Heel veel zaken keren terug. Tijdens mijn onderzoek heb ik veel kranten van toen gelezen en dezelfde berichtgeving van toen komt vandaag ook terug. In een krantenkop van toen stond letterlijk ‘Degene die geen masker draagt, roept het luidst en wilt nog meer zijn mening opdringen’. Dat is iets wat we vandaag ook zien. De beste stuurlui staan een beetje aan wal en de grote anti-vaxxers roepen het luidst.”

“Ook een kijk naar de beurs is interessant. Vorig jaar in maart is de beurs enorm gezakt en je ziet iets gelijkaardig in 1918. Toch is het herstel vrij snel gegaan, net zoals in 1918. Uiteindelijk is er relatief weinig impact geweest op de beurs. Maar wat zijn de aandelen die het heel goed doen? Dat zijn natuurlijk de technologieaandelen, zoals Amazon, Microsoft of Apple. De prijs van een aandeel is alle toekomstige cashflows omgerekend naar vandaag, dus, simpel gezegd, hoeveel omzet gaan we maken volgend jaar, over twee jaar, over vijf jaar, over tien jaar en dat rekenen we terug naar vandaag. Dat is de prijs van een aandeel. Dan zien we eigenlijk dat de meeste kasstromen verder dan twee jaar in de toekomst liggen. De vraag is dan hoe groot de impact van COVID nog is binnen vijf jaar? Die impact lijkt beperkt, waardoor het niet heel verrassend is dat aandelen nu minder getroffen worden.”

“In ons onderzoek over de Spaanse griep keken we naar levensverzekeringen omdat wij denken dat deze sector het hardst getroffen wordt met zo’n pandemie. Je maakt berekeningen op de verwachting dat iemand zoveel jaar gaat leven en je past je prijs daarop aan. Maar als er opeens – zeker tijdens de Spaanse griep toen – enorm veel dertigers of veertigers sterven, moet je sneller uitbetalen, maar heb je ook minder inkomsten.Tijdens een crisis gaan er minder mensen betalen, dus ook je balans wordt enorm geïmpacteerd. Op verschillende niveaus heb je dan opeens een impact. Toen was er plots enorm veel vraag naar levensverzekeringen, iets wat vandaag ook zo is. Toen waren er wel enorme prijsverschillen, iets wat vandaag wel veel minder is. Het is niet omdat je een levensverzekeraar bent die erg getroffen is door de pandemie dat je jouw prijs significant gaat veranderen. Dat was 100 jaar geleden wel het geval. Wat misschien een groot verschil kan zijn, is dat we in 1918 net uit een wereldoorlog kwamen. Vandaag en vorig jaar is het meer een recessieperiode. De groei in België is met 6% naar beneden gegaan, dat was toen wel minder. Dus je ziet wel grote verschillen, maar het valt niet te ontdekken dat ook heel veel zaken terugkeren. Het is dan interessant om uit de geschiedenis te kunnen leren.”

Welke financiële economische lessen kunnen we trekken uit de crisis tot nu toe, en dan voornamelijk voor België? 

“Wat nu heel duidelijk is: overheidssteun werkt. Als landen niet helpen, creëer je echt een enorme negatieve feedbackloop tussen reële economie en financiële economie. Daar heeft de hele wereld, Belgie ook, een macro-economische ramp vermeden, tot nu toe weliswaar. Anderzijds leren we uit onderzoek ook dat de overheid heel slecht is in kiezen welke bedrijven geholpen moeten worden. Momenteel zijn we een paper aan het schrijven over dat de bedrijven die wel geholpen worden, niet noodzakelijk winstgevender zijn dan bedrijven die niet geholpen worden. Het lijkt dat er meer een transfer of wealth is van de overheid naar aandeelhouders en veel minder direct naar bedrijven wanneer het gaat over winstgevendheid en werkgelegenheid. Dat er wordt geholpen is positief, maar er wordt niet altijd de juiste keuze gemaakt over welke bedrijven geholpen worden. Dat vind ik de belangrijkste les die we uit de crisis moeten leren.” 

“Wat ook heel duidelijk is, is dat heel Europa het minder goed heeft aangepakt wanneer we kijken naar specifieke maatregelen. Als we dan ons land als voorbeeld nemen: in februari wordt er gezegd dat de kappers terug open mogen en even later gaan de kappers opeens terug dicht. Het lijkt precies altijd een alles of niets strategie: ofwel gaat alles open ofwel gaat niets open. In Europa is het zowat gelijkaardig. Iedereen volgt iedereen en iedereen kijkt naar iedereen en de schrik om politiek afgerekend te worden lijkt heel hoog. Dat zorgt er wel voor dat het herstel veel langzamer komt dan het eigenlijk had moeten komen.”

“Een ander en erg duidelijk probleem is dat er in België vroeger veel te weinig is ingezet op e-commerce. Tijdens een crisis zie je dan dat dit een probleem is, omdat we meer afhangen van internet en bijvoorbeeld takeaway. Daar loopt België echt in achter. Het is vandaag duidelijk geworden dat we toch meer op die technologische wave moeten focussen in de toekomst.” 

Heb je nog enkele financiële tips voor mensen? 

“Hou bij hoeveel je spendeert en spendeer enkel maar datgene wat je effectief kan missen. Zeker als je bijvoorbeeld belegt op de beurs of investeert in vastgoed. Niets is zo verschrikkelijk als nu € 1.000 beleggen in een aandeel, maar over een paar maanden die € 1.000 echt nodig hebben. Als je dan moet verkopen en je moet dat doen aan een lagere koers, niets is zo erg. Beleg enkel op de beurs met het geld dat je voor een langere periode kan missen en daarmee bedoel ik zeker vijf, zeven of tien jaar. Wanneer je ook instapt, je verliest nooit geld wanneer je in de markt belegt. Dus niet specifiek in aandelen, maar in de markt (bijvoorbeeld ETF’s). De markt volgen gaat je veel stress besparen en op het einde van de rit bereik je hetzelfde resultaat en ben je beter af.”

The post Expert aan het woord: Impact coronacrisis op financiën en geld (Gertjan Verdickt) appeared first on Blog en Financiele Tips.

]]>